Altijd wat te schrijven, Lucas

Naar de kinderarts

Vorige week moest Lucas naar de kinderarts. Alle baby’s in Duitsland die een maand oud zijn moeten voor onderzoek naar de kinderarts. Dat is verplicht. Voor kinderen van 0 tot 6 jaar heten deze onderzoeken U-Untersuchungen. De eerste twee onderzoeken, U1 en U2, waren in het ziekenhuis. U3 is bij de kinderarts.

Er wordt gekeken of de Lucas zijn hoofd al kort kan optillen als hij op de buik ligt, of hij zijn handen spontaan opent en of hij geïnteresseerd naar een gezicht kijkt. Tijdens dit onderzoek liet Lucas een hele harde scheet. De kinderarts schrok ervan en keek mij vragend aan: ‘wie was dat?’. ‘Ik was het niet’, antwoorde ik. ‘Ik ook niet’, antwoorde de kinderarts er snel achteraan. ‘Het was Lucas’. Dat geloofde ze niet. Nu denkt de kinderarts dat ik het was. Maar ik zweer het, ik was het niet.  

Lucas wordt ook nog gewogen. In de afgelopen vier weken is hij heel veel in gewicht toegenomen. De kinderarts vindt het wel erg veel in zo’n korte tijd. ‘Geef je flesvoeding of borstvoeding?’ De kinderarts haalt opgelucht adem als ik antwoord met borstvoeding. Dan is de kans op overvoeden nihil. ‘Je hebt goede melk!’, zegt de kinderarts. ‘Het lijkt wel slagroom’, zeg ik. De kinderarts grinnikt. Het gewicht past bij zijn lengte. Een lange sterke slanke jongen, is de eindconclusie van de kinderarts. De kinderarts kijkt mij aan en concludeert: ‘de bouw van zijn vader’.

We mogen weer naar huis. Lucas is helemaal goed gekeurd. Ik mag hem weer aankleden. Hij ligt vrolijk te lachen op het aankleedkussen. Zonder te piepen trek ik zijn kleding weer aan. ‘Wat een rustig en tevreden mannetje’, zegt de kinderarts. ‘Dat heeft hij van zijn moeder’, zeg ik in de hoop daarmee mijn imago op te krikken. Maar ze hoort het niet. De kinderarts staat al bij de balie om een nieuwe afspraak in te plannen.

Zal de kinderarts mij nu onthouden als de kleine dikke moeder met twee slagroombussen die ervan verdacht wordt een scheet te hebben gelaten tijdens het onderzoek? ‘Tot de volgende keer lieve vrolijke jongen met je prachtige bos haar’. De kinderarts zwaait. Nee ik denk het niet. Ik ben de moeder van de lieve jongen met een prachtige bos haar.

Previous Post Next Post

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply