Donderdag 1 april was mijn laatste werkdag voor mijn verlof. Geen grap. Om mijn verlof in te luiden gingen wij twee nachten kamperen. We stonden op een camping in de buurt van de familie Meiland. Ja inderdaad, in die rot gemeente. De gemeente Bronckhorst. En ja, we hebben ons eten besteld bij het restaurant waar zij hun welkomstfeest gaven. Natuurlijk bestelden we ook echte fles Meiland wijn erbij. Een ritje naar hun onderkomen zat er niet in. Mocht niet van mijn man. Wat een gezeik.
Kasteel Hackfort
De eerste dag fietsen we naar kasteel Hackfort.
Bronkhorst
De tweede dag brachten wij een bezoek aan de kleinste stad van Nederland: Bronkhorst. Het is zo groot als een dorp, maar heeft wel stadsrechten. In het midden staat de kerk. Daaromheen staan 38 mooie ouderwetse huizen. Deze 38 huizen zijn allemaal monumentale panden. Heel pittoresk. Binnen een uur heb je alles gezien: de heuvel waar vroeger het kasteel op stond, de 38 monumentale panden en de Joodse begraafplaats. Je kan ook nog naar de molen wandelen. Mij nie bellen. Daar is mijn buik te dik voor. Omdat die vrouw (ik dus) alweer moest plassen (voor de derde keer) haalden we in een restaurant nog maar weer een kop warme chocolademelk met slagroom zodat ik van de sanitaire voorziening gebruik mocht maken.
Ooievaar
Met een lege blaas stapten we weer op de fiets. Met de pont gingen we over de IJssel naar Brummen. Daarna à gauche naar Zutphen. Op naar het volgende toilet. Naast het toiletbezoek, haalden we ook nog patat en ijs. Op de rand van de fontein in de zon aten we dit op. Het leek wel vakantie! Wat goooeeed! Vanuit Zutphen fietsten we langs de vele ooievaars weer naar de camping. We hebben de ooievaars verteld dat ze de luiers nog even in hun nest kunnen laten liggen. Ze moeten nog even een paar weken wachten met leveren. Ze klepperden terug dat ze dat prima vonden.
Met een volle fles Meiland wijn gingen we zondag weer naar huis. De wijn is voor mijn zusjes. Wijnen, wijnen, wijnen.
1 Comment
En van die wijn heb ik genoooten!